Er is al
eeuwenlang Beerschot.
|
De naam "Beverscot"
komt voor het eerst voor in 1155 in een akte van bisschop
Nicolaas van Kamerijk, waarin wordt gezegd dat de gronden,
aangeduid onder de naam "Terra de Beverscot cum mansis,
pratis et pascuis" (met molens, weiden en weilanden)
afgestaan werden aan de Nobertijner Kanunniken van de
inmiddels afgebroken abdij van Sint-Michiel. (In
de twaalfde eeuw richtte de heilige Norbertus in het
zuiden de Sint-Michielsabdij op)
Later, in 1161 gewaagt een andere akte over "Terra de
Bernescot", een benaming die sindsdien de bovenhand kreeg.
Dit Bernescot omvatte naast een molen, verscheidene
hoeven, weiden en weilanden ook een bebost gedeelte. Het
polderachtige gedeelte heet Bernescot, het beboste
gedeelte Bernescoterhaghe. |
Het domein was gelegen tussend de
Schelde, de Kronenburgstraat, de Kasteelpleinstraat, de
Marktgravelei en de grondgebieden van Wilrijk en Hoboken. Het
noordelijke gedeelte van dit gebied heette "Kyle" en
het zuidelijke deel "Bernescot".
De naam "Bernescot" is een
samensmelting van 2 woorden : berne (gevaar) en scot
(schutting). Bijgevolg betekent Bernescot: afsluiting of
afwering van het gevaar. Als wij nu weten dat op het moerasig
gedeelte talrijke kudden zwijnen werden gehoed is het
vanzelfsprekend dat die kudden eens schutting nodig hadden als
bescherming, want in het beboste gedeelte liepen beren
(mannelijke zwijnen?) rond die de zwijnenkudden bedreigden.
Vandaar dat met in het oude wapenschild van Beerschot Athletic
Club een beer en drie eikels terugvond.
In 1186 vindt men in een charter van
Hendrik I de naam "Bernescot" veranderd in "Berenscot"
of "Berenschot" en in 1452 vindt men reeds het "Beerschothof"
vermeld waaronder de "Beerschotvelden" lagen. De
toenmalige eigenaren, de Kartuizers die richting Lier trokken
in 1540, lieten de terreinen in 1522 over aan Adriaan Elout.
Na zijn dood werd het testamentair toegewezen aan zijn neef.
Zijn familie verkocht het op hun beurt voor 4800 florijnen aan
Nicolaas Croeck-Roberts in 1589. Hij verkocht het voor in 1610
aan Adriaan De Witte, griffier van de Antwerpse Wezenkamer en
aan de heren van Buerstede en Vekene. De familie De Witte had
het domein om en bij de 280 jaar in hun bezit. Later kwam het
in handen van Dhr. Ed. Fr. Walschaerts-Severin en Dhr. Van
Tichelen. Omstreeks 1890 behoorden ook nog 19 hectaren toe aan
een maatschappij die paardenraces hield.
Wie beweert dat
Bernescot destijds gewoon een weide was op het Kiel slaat de
bal mis. Het oorspronkelijke Kiel situeerde zich rond de Oever
en de Sint-Jansvliet. Het 'Kil', schreef de vermaarde
historicus Floris Prims in zijn Geschiedenis van Antwerpen,
had als kern de huidige straat het Zand, waar toen het
haventje 'Kyle'
(Caloes voor de
Romeinen)
moet gelegen
hebben.
Het Kiel en Beerschot zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden.
Het Kiel is altijd al een
verhaal apart geweest. Hoewel de wijk sinds eeuwen een
deel van 't stad is, blijft het Kiel tot op vandaag van
het stadscentrum van Antwerpen gescheiden. Vroeger door de
eerste stadswallen en de vesting, nu door de Ring. En dan
te bedenken dat de grenzen van de wijk ooit tot aan de
Sint-Jansvliet en de Markgravelei liepen.
Het
huidige "Kiel" (oranje). Dit gedeelte werd vroeger
"Beerschot" genoemd. Het eigenlijke Kiel lag
noordelijker. Het haventje "Kyle" en het "Kil of Kiel"
lag aan de huidige St-Jansvliet.
Het
groene gedeelte met de witte bol maakte destijds deel
uit van een 19 hectaren groot
domein
waar een paardenrenbaan gevestigd was. Het zijn deze
gronden die Ernest Grisar in 1895 kocht en waar zijn
zoon Alfred Grisar "Beerschot Athletic Club"
uitbouwde. |
Het Kiel leidde eeuwenlang een
zelfstandig bestaan. Pas in de helft van de zestiende eeuw
werd de "heerlyckheid"
een deel van Antwerpen. Maar zelfs onder Antwerps
bewind leidde de wijk lang een eigenzinnig bestaan met een
eigen schepenbank (college), een eigen rechtsspraak en
talloze voorrechten. De Kielenaren hadden zelfs hun eigen
galg, die op Hobokens grondgebied stond.
Eeuwen daarvoor werd het gebied bewoond
door de Friezen en later door de Franken. Het waren zij
die de plek Kyle en Bernescot noemden. Het zijn de
voorlopers van Kiel en de voormalige wijk of gehucht
Beerschot.
Wat wij thans
Kiel noemen is Beerschot. Op dat Beerschot stonden
destijds ooit huizen en werd handel gedreven. Beerschot
was dus minstens een gehucht en misschien wel een
zelfstandige gemeente. Net zoals
de rest van Antwerpen maakte het Kiel in de loop der
eeuwen woelige perioden door. Tijdens de Franse furie
wordt het stadsdeel flink onder handen genomen en gaat
onder meer de kerk in vlammen op. In 1872 krijgt het Kiel
een nieuwe kerk: de Sint-Catharinakerk, die er nog altijd
staat. |
Nog geen twee jaar later, in 1874, beslist
het stadsbestuur om een aantal straten aan te leggen op het
Kiel. Het gaat om de Abdijstraat en kort daarop de Berendrecht-,
Zandvliet en Wittestraat. Het is de kern van wat tegenwoordig
Oud-Kiel wordt genoemd.
Een beer en drie eikels.
|
Van het oorspronkelijke
Kiel blijft enkel nog het Prelaatshof in de Wittestraat
over. Het hof dateert van 1150 en vormde een
buitenverblijf voor de abten van de Sint-Michielsabdij. Nu
is het een school: Maria Boodschap. In de achttiende eeuw
liet abt Christomus Teniers er een poort plaatsen met een
wapenschild, een beer en drie eikels en zijn lijfspreuk 'Tene
Quod Bene', latijn voor 'Behoud was goed is'. Dit
wapenschild of embleem was destijds ontworpen door de
Norbertijner Kannuniken van de abdij van Sint Michiels
waar tijdens godsdienstoorlogen en de beeldenstorm preken
werden gehouden. Ook werd hier over de opkomst van nieuwe
leer van Luther gesproken. Het is rond deze periode dat
allicht de lijfspreuk "Tene Quod Bene" onstond. |
De Beeldenstorm in 1566
hield Antwerpen in een greep van geweld en vernieling.
Het embleem/wapenschild met de lijfspreuk zijn heden ten dage
nog te bezichtigen in de Sint Andries kerk waar diverse
geschriften en andere zaken uit de voormalige Sint Michiels
abdij in bewaring liggen. Zo ligt er een geschriften boek van
de abt Christomus Teniers waarop de omslag van het boek het
wapenschild en de lijfspreuk op vermeld staan. In dezelfde
kerk is er een glasraam te bewonderen waarin het beertje en de
spreuk in verwerkt zijn.
Bronvermelding :
Kroniek van het Belgische
voetbal - Deel 1 -Pioniers en Rode Duivels - 1863-1906 van
Jean Fraiponts en Dirk Willocx.
Uitgeverij ASSOC. BE bvba -
Frankrijklei 8 - 2000 Antwerpen.
Boek verkrijgbaar via website :
http://www.voetbalkroniek.be/
ISBN 90-77314-14-6
Honderd jaar Beerschot -Eén
eeuw voetbal in woord en beeld - Diverse
auteurs/samenstellers.
Verantwoordelijke uitgever : Danny
Geerts - Gestelsebaan 6 - 2980 Halle-Zoersel
Boek verkrijgbaar in de fanshop
van Germinal Beerschot.
http://www.kiel.be/geschiedeniskielalgemeen.aspx
Diverse eigen bronnen.
Afbeeldingen :
Honderd jaar Beerschot -Eén
eeuw voetbal in woord en beeld - Diverse
auteurs/samenstellers.
Pagina 12.
Verantwoordelijke uitgever : Danny
Geerts - Gestelsebaan 6 - 2980 Halle-Zoersel
Boek verkrijgbaar in de fanshop
van Germinal Beerschot.
Bewerkingen afbeeldingen : Geert
Rottiers. © 2004!
Research : Geert Rottiers.
|